vrijdag 31 maart 2017

Mensen.

Tijdens de jaren dat we samen op pad gaan, hebben we met heel veel verschillende mensen contact gehad. Een camping is een sociaal gebeuren. Je komt 's morgens je bed/tent/caravan uit en je ziet als eerste de buren. Verder kom je ze tegen bij het sanitair of bij een eventuele kampwinkel. Bij de lokale bakker of op het terrasje. Leuke mensen, minder leuke mensen. Er wordt vaak gezegd dat de Fransen niet erg sympathiek zijn. Onze stelling is, we kennen net zoveel nare Nederlanders of Duitsers of Belgen of Britten als Fransen. Wij hebben heel leuke contacten gehad en over gehouden met Fransen.
We stonden in Agay naast een Frans echtpaar. Heel vriendelijk, bij elke ontmoeting klonk het ; bonjour et ca va? Dus goedendag, hoe is het. Soms even een praatje. Ze vertrokken na drie dagen en er kwam een Nederlands echtpaar in hun plaats. We hebben een week lang geen fatsoenlijk woord gekregen. Wij wensten ze de eerste dag nog telkens een goed dag, daarna zijn wij ook gestopt.

Georges.

De eerste jaren reden we snel over de snelweg met een solo auto, geen aanhangers of caravans. Tent in de kofferbak, kleren op de achterbank en gaan. De afstand naar de camping in Vias werd in twee dagen afgelegd. Achteraf zeggen we dat het gekkenwerk was. Maar je bent nog jong en pas later komt het besef dat het veel leuker is om het anders te doen. Onze eerste overnachting was in het stadje Tournus.
Leuke stad aan de rivier de Saône. Er was een municipal camping. Heel simpel, maar ruim voldoende voor ons. De beheerder heette Georges Colas en was een super actieve en vriendelijke Fransman. Waar wij probeerden om Frans met hem te spreken, deed hij juist zijn best om enkele woorden Nederlands te praten. We hadden een klik met hem en het was leuk om jaarlijks op de heen- en terugweg een dagje bij hem te bivakkeren. 's Morgens stapte hij op een oude bakfiets en daar lagen verse croissants, baguettes ( stokbrood), melk en chocomel in. Hij maakte een rondje over de camping, ongeveer dertig plekjes, en verkocht zijn spulletjes.

De oude bakfiets,
Georges kwam een keer bij ons aan en we vroegen een baguette, melk en chocomel en vier croissants. Oh jee, de croissants waren al op. Hij keerde zijn bakfiets en sprong in zijn Citroën Mehari.We zagen hem langs de camping racen. Na ongeveer tien minuten kwam hij terug. Sprong weer op de bakfiets en peddelde naar ons toe met verse croissants, ze waren nog warm. Na de eerste keer sloop er een leuke gewoonte in. We hadden maar een klein tweepersoons tentje, dus zaten we op de grond ons broodje te smeren. Georges kwam naar ons toe en nodigde ons uit bij hem te komen zitten. Leuk joh!! We namen er meteen dan maar een grote bak koffie bij. De tweede kop koffie kregen we gratis, maar dan bietste Georges altijd een of twee sigaretjes bij ons. Dat ontbijtgebeuren groeide uit tot een terugkerend ritueel. We bleven steeds langer zitten kletsen. Hij vertelde over zijn leven, in de wintermaanden was hij journalist. Kranten kwamen tevoorschijn met artikelen van zijn hand, Wij vertelden onze verhalen.. We moesten daarna haasten om nog op tijd bij onze bestemming in Vias te komen. We kwamen een keer aan met donkere wolken boven Tournus. We mochten in een stacaravan gaan liggen met onze slaapzakken. Dan werden we niet nat. Georges vertelde dat hij al jaren zeurde over een nieuwe camping bij de gemeente. Op een goede dag vertelde hij ons enthousiast dat het gelukt was. Het volgende jaar konden we hem vinden op de nieuwe camping. We kregen ergens in januari of februari een brief met daarin het adres van de nieuwe camping. Routebeschrijving er bij en dus gingen we kijken. Het was nieuw, inderdaad. Een modern en strak kantoor. Een terrasje met plastic stoelen. We merkten dat Georges hier niet gelukkig was. Natuurlijk, het moest gebeuren, die oude camping, dat kon niet langer in die vorm. Maar, we mistten het en Georges vond het eigenlijk ook niets. Achter het nieuwe strakke receptiegebouw stond de oude bakfiets er triest bij. We zijn twee dagen bij hem gebleven. 's Avonds liep ik nog even naar hem toe met een sigaretje en we dronken samen een glaasje. Een jaar later zat er een andere beheerder, geen vriendelijk onthaal, gewoon zakelijk. We zijn niet meer terug geweest. Nu jaren later ben ik nog weer naar hem op zoek gegaan. We hebben twee maal schriftelijk contact gehad.
Jammer, maar Georges staat in ons geheugen gegrift.

De oude camping staat leeg. Het oude toiletgebouw staat er nog.
Foto geplukt van Google maps.

De kade van Tournus langs de rivier. Hierlangs liepen we dan weer naar de oude camping.





donderdag 30 maart 2017

België. Hautes Fagnes.

Op weg naar Luxemburg of Frankrijk kunnen we bij Luik kiezen uit een paar mogelijke routes.
We kunnen rechts aanhouden en via Luik naar Bastogne rijden. We kunnen links gaan en dan via de snelweg tot Sankt Vith rijden. Daar draaien we dan de tweebaansweg op in de richting Luxemburg.
Na Luik op die genoemde snelweg kunnen we ook afslaan en via een mooie route naar het zuiden rijden. Via het plaatsje Jalhay komen we dan in het woeste gebied van de Hautes Fagnes. Er staan langs de weg twee herbergen, verder helemaal niets eigenlijk. De herbergen bestaan van de reizigers die op doortocht zijn, of van de mensen die hier genieten van de prachtige wandelmogelijkheden. In de winter is dit een gebied waar veel sneeuw ligt en is het er ook erg druk met mensen die langlaufen.
Wij zijn nogal eens bezoeker van de herberg met de mooie naam, Mont Rigi.


De ligging van dit etablissement is ideaal. Vlak bij een kruising waar men naar de Botrange kan rijden en verder Robertville. Gaat men rechtdoor dan kies je voor Malmedy. Het is een onherbergzaam gebied, maar vol natuur en historie.
De geschiedenis: gedurende eeuwen was hier alleen wind en die wind waaide over het uitgestrekte veen. De natuur en de wind zorgde echter voor een zaadje van een beuk op deze plek. Toen de beuk groter en groter werd was het regelmatig een rustplaats voor militairen, die langs de grens België- Duitsland liepen. In het jaar 1856 legden de Pruisen een weg aan en dat was voor een caféhouder uit Membach de reden om hier een herberg te beginnen. Jaques Welther Hoen begon met de bouw, oorspronkelijk heete het hier dan ook MIEN HOEN. In 1883 brandt het gebouw helemaal af, het zou de vloek van Gilles van Mansfeld zijn. Over deze Gilles later meer. Het gebouw wordt herbouwd en deed o.a. dienst als aflospunt voor de postkoetsen langs deze route. In 1954 wordt de herberg in de huidige staat gebouwd. Het menu is uitgebreid. Er is een menukaart voor het echte restaurant, maar er is ook een menukaart voor de wandelaar en in de winter voor de langlaufer. Stevige kost, zoals gebonden groentesoep met vlees. Of een omelet met spek, champignons, ui en aardappelen. We hebben er al een paar maal gegeten, ook met Ton en Truus en ik een keer met Rolf Visscher.


Foto van het oude gebouw, begin vorige eeuw.

Het gebied achter en rondom Mont Rigi. De huidige naam is bedacht door een burgemeester uit de buurt, hij was bewonderaar van een berg in Zwitserland met de zelfde naam.


Boven de ingang van de herberg hangt dit beeld. het moet Gilles van Mansfeld voorstellen.
De legende van Gilles. Gilles was een kleine herder die over de heide zwierf met zijn kudde schapen en zijn trouwe hond. Gilles was niet moeders mooiste, hij was gebocheld en liep krom. Het weerhield hem er niet van om verliefd te worden op een schone jongedame uit de buurt. Nadat hij haar zijn liefde had verklaard, wees ze hem lachend af. Dat heeft Gilles dermate aangegrepen dat hij een einde aan zijn trieste leven maakte. Zijn hond heeft nog een tijd over de heide gezworven. De legende wil nu, dat Gilles zijn geest soms weer over de heide zwerft, op zoek naar zijn hond. Op stille avonden als er geen maan schijnt, kun je hem horen roepen. Zijn iele stem galmt dan over de heide. Het schijnt dat je hem soms kunt zien sluipen.
Als men bij Mont Rigi aan een tafel schuift krijgt men een placemat op de tafel gelegd, Daar op onder andere de geschiedenis van Gilles.




dinsdag 28 maart 2017

België. Namen.

In 2015 ging onze voorjaarstrip naar België. We hadden als eerste doel Namen of Namur. Ik zal het op Namur houden, want het is het Franstalige gebied van België. Namur is bij toeristen vooral bekend door de imposante citadelle. We hebben gespeurd naar een leuke camping en we vonden camping Les Trieux in Malonne. Malonne is een deelgemeente van Namur en van de camping naar het centrum is slechts zes of zeven kilometer.
De camping is een echte Belgische camping, voor een groot deel bezet door vaste gasten die allerlei bouwsels aan hun stacaravan hebben geplakt. Verder is het er prima, wij stonden aan de rand van de camping met een fraai uitzicht op het omringende landschap. De sanitaire voorzieningen waren ruim voldoende, dus het in orde. Uiteindelijk kwamen we hier om te slapen, overdag waren we toch op pad.
Op de foto ons uitzicht als we uit de caravan stapten. Mooi toch?
De volgende dag gingen we eerst maar eens de stad verkennen. We vonden het een heel mooie stad. Mooi centrum met veel oude gebouwen. Gezellige restaurants met terrassen en ook winkelend komt men aan zijn trekken. Namur is gebouwd rond de samenvloeiing van de Maas en de Samber. Langs de rivieren staat een bonte verzameling huizen in verschillende kleuren. In het centrum is er veel te zien. Voor het office de tourisme staan twee sculpturen. Het zijn Djozeph en Francwés, met hun slakken. Het zijn van oorsprong cartoonfiguren die een plek in de geschiedenis van Namur hebben.
Hoog boven de stad (100m) prijkt de prachtige citadelle. Het is een imposant bouwwerk uit de middeleeuwen en het is een hele klim om er boven te komen. Het eerste deel, het meest boeiend, hebben we te voet gedaan.
Later zijn we met de auto echt helemaal naar boven gegaan.
Dit zijn Djozeph et Francwés et les escargots. Ze staan in het centrum van Namur.

Mooie brug met op de achtergrond de Citadelle.

Boven op de citadelle hebben we een prachtig uitzicht over de stad.

Dit is de pont de Jambes. De brug voert ons naar het groet stadsdeel Jambes, ook een mooi stuk van Namur.
We hadden van een bevriende Belg de tip gekregen om zeker even bij het monumentale station te gaan kijken. Indrukwekkend dit gebouw.

In de avond zijn we op de camping en dan voel je de voeten en benen wel, na zo'n dag lopen in deze stad. Altijd prettig dat we dan onze eigen bedoening hebben in de caravan. We kunnen zitten en liggen zoals we willen.
We gaan de volgende dag naar een andere deelgemeente. Marche les Dames. Een vreemde naam voor een dorp. Ik kan de naam niet heel goed herleiden. In 1977 is Marche les Dames bij Namur gevoegd. Ligging aan de linkeroever van de Maas maakt de plek wonderschoon. Er zijn hoge rotsen waar veel klimtoeristen hun vakantie door brengen. Ook is er een trainingscentrum voor de Belgische paracommando's. Het Belgische koningshuis mocht er ook graag komen. Helaas is koning Albert de eerste er om het leven gekomen, na een valpartij. Ook wordt er nog aan kalksteenwinning gedaan.
Er staat ook nog een beroemd klooster, waar de echtgenote van de Belgische Marc Dutroux, berucht misdadiger na moord en verkrachting, werd opgesloten nadat haar schuld was bewezen.
Michelle Martin werd hier geplaatst wat op veel protesten stuitte van de lokale bevolking, maar ook in België algemeen was men het niet eens met dit besluit.

De route naar Marche les Dames is al heel mooi. Rotsen en aan de andere kant de Maas.
Een mooie blik op Marche les Dames toen we aan de andere kant van de Maas reden.

Natuurlijk, even stoppen voor een mooi station. Het station van Marche les Dames. Tussen de rotsen en de rivier.








zondag 26 maart 2017

Saint Etienne du Bois.

Tijdens onze heenreis en terugreis proberen we telkens een andere route te rijden. Ook zoeken we dan weer andere campings om te overnachten. We zoeken ze uit, noteren de campings en passen ze in onze route in.
Zo kwamen we een paar jaar geleden terecht in het leuke dorp met de mooie naam, Saint Etienne du Bois. Er was een municipal camping en die zijn meestal goed. Simpel en vaak mooi gelegen en goed onderhouden. De route naar het dorp verliep goed, alleen in de grote stad Bourg en Bresse ging het wat moeizaam. Druk verkeer, veel rotondes en verkeerslichten. We rijden het dorp in en zien meteen het bordje dat naar de camping wijst. Dat gaat lekker. We schrijven ons in bij de aardige beheerder. We zijn laat in het seizoen, dus geen brood meer op de camping. Op een paar honderd meter vinden we een bakker. Klaar. Goh wat een mooi aangelegde camping. Langs het terrein loopt het riviertje Le Sevron. Ook de naam van de camping trouwens. Grasveldjes, struiken, bomen en bruggetjes over het riviertje. We gaan op een rustig plekje staan aan het riviertje. Er zijn niet veel gasten, vinden we niet erg. Er staat een mooie en apart sanitair gebouw midden op de camping. Ik vind het erg mooi, nadat Hanni me er op wijst dat het op een oud station lijkt. Ze raakt me daar mee. Ik ben gek op oude Franse stations. We bezoeken het toilet even en ach, het kon iets frisser (lees: schoner), maar dat doet er niet toe. Na het koken en eten doen we de afwas. Dat doen we buiten het gebouw. 's Avonds nog even een wandeling over en rond de camping. Leuk plekje hier. Aparte gebouwen. Het is de unieke bouwstijl van de streek La Bresse. De boerderijen hadden die opvallende bouwstijl. In een van die oude boerderijen is nu ook het Office de Tourisme gevestigd. Slapen doen we prima bij het kabbelende riviertje en we worden wakker van tjilpende vogels. Okee, we gaan even onder de douche, ontbijten en dan weer op pad. Dat douchen blijkt een onverwacht avontuur. De verlichting doet het niet. De douches zijn niet fris en het water is absoluut koud. Er is eigenlijk geen ruimte om kleding op te hangen. De planchettes hebben geen planchettes. Kortom een enorme teleurstelling. Dit hebben we nog nooit eerder mee gemaakt. We hebben al bijna honderd verschillende campings bezocht, maar zoals dit sanitair hebben we ze nog nooit gezien. We gaan uitgebreid ontbijten, zoals altijd. Eitje, broodjes en thee. Dan nog een kop verse koffie en we starten weer. Deze camping was erg leuk, het sanitair onvergetelijk.
Op de foto het fraaie sanitair gebouw van de leuke camping Le Sevron in Saint Etienne du Bois.

Camping Le Sevron is mooi aangelegd. Beetje parkachtig langs het gelijknamige riviertje.

Opvallend de aparte bouwstijl van de boerderijen in deze streek, La Bresse.

Het Office de Tourisme in Saint Etienne du Bois is in zo'n oude boerderij gevestigd.




vrijdag 24 maart 2017

Valkenburg 2016.

Het is april 2016. We hebben weer het een en ander aan de camper verspijkerd. We gaan weer een paar dagen naar Luxemburg, camping Woltzdal, om het uit te proberen. We krijgen een mooie plek, eigenlijk speciaal voor campers, dus met betonnen ondergrond. Na een drankje en hernieuwde kennismaking met de familie, installeren we ons. We zijn benieuwd of alles werkt. We gingen in september 2015 terug naar huis met een kraan die niet werkte. Volgens Norbert was het allemaal dik in orde toen hij het testte. Ik haal een litertje of tien water en vul de tank. Hanni is binnen even bezig en ik vertel haar dat het water op peil is. Na een paar tellen hoor ik een kreet: nog geen water hoor. Enkel krachttermen klinken over de camping. Wat nu? Ik bel Norbert en enigszins geïrriteerd vertel ik dat het nu weer niet werkt. Hij staat met de mond vol tanden en stotterend geeft hij aan op onderzoek uit te gaan. We klungelen nog wat en na een klein half uurtje belt Norbert. Hij kondigt een telefonisch consult aan. Ik krijg de volgende instructies;  Pak een schroevendraaier en een hamer(tje). Draai de vier schroeven los van de plaat boven de pomp. Klaar Norbert. Nu zie je een pomp zitten links voor, vervolgt Norbert zijn instructies. Pak nu de hamer en geef een klap op de pomp. Zonder te aarzelen geef ik een mep op het apparaat. Norbert zegt;' laat Hanni het nu nog eens proberen'. Eureka, de kraan doet het, geweldig en dank je. Het is een oude pomp, 25 jaar, en die willen door kalkvorming wel eens vast zitten na de winterstop. Het worden een paar leuke dagen daar in Luxemburg.
We hebben ook nieuwe gordijnen opgehangen.
Ons plekje op het rustige Woltzdal. Mooi centraal op de camping. De kraan doet het weer, we besluiten later dat we de oude kraan vervangen.

De weg terug naar Zwolle gaat via Valkenburg. Daar hebben we camping Den Driesch uitgezocht. We waren jaren geleden al eens in Valkenburg en we vinden het een leuk stadje. Dus we gaan weer eens kijken. Camping Den Driesch bevindt zich op een heuvel boven Valkenburg. Prima camping en we willen graag twee dagen blijven. De vriendelijke dame aan de receptie verteld ons dat het niet mogelijk zal zijn deze keer. Overmorgen, die zaterdag, is de wereldtour wielerwedstrijd Amstel Gold Race. Vanaf vrijdag is de hele camping volgeboekt met liefhebbers. Nou, het is niet anders. We gaan Valkenburg in en genieten weer van de Limburgse sfeer en gemoedelijkheid. We komen langs de bekende grotten en we besluiten dat we die willen bezoeken in de kersttijd. Terug op de camping bestellen we brood voor de volgende morgen en terloops vertellen we dat we in december terug komen voor de kerstmarkten. De eigenaar vertelt dat we op tijd moeten reserveren, want het staat altijd helemaal vol. We beloven ons zelf dat we het regelen. 's Avonds nog weer Valkenburg in en lekker gegeten en geborreld bij restaurant de Munt.
Ons plekje op camping Den Driesch. Op de foto is ons uitzicht niet goed te zien, maar het was mooi.
's Avonds is het op de camping ook gezellig.

Twee december zijn we weer terug op de camping. We hebben dus gereserveerd en we hebben een mooie plek, nu aan de andere kant van de camping. Na het installeren gaan we de stad even in en bekijken de sfeervolle verlichting vast even. We hebben voor de avond afgesproken met onze buren die ook een paar dagen in Valkenburg zijn. Gezellig getafeld met ons vieren. Bij de reservering voor de camperplek zaten een paar arrangementen voor Valkenburg Kerststad. We konden zo doorlopen in de Fluweelengrot. Was leuk. De Gemeentegrot was mooier en daar moesten we wel wat betalen. Weer vouchers voor de kerststad attractie met een expo van zandsculpturen. Ook een tocht met de kabelbaan zat bij de campingprijs in. Het was allemaal prima en we vinden het leuk dat we zijn geweest. Naar onze smaak hebben we voorlopig genoeg kerstmarkten gezien. Valkenburg verveelt ons niet en we komen terug.
De camping/camperplaats van Valkenburg. Gezien vanaf de Wilhelminatoren.
Kerstmarkt in de grotten van Valkenburg. Best de moeite waard voor een keer.








woensdag 22 maart 2017

België, de Oostkantons.

We komen graag in België. De Oostkantons zijn ons favoriete deel bij onze zuiderburen.
De leuke stadjes en dorpjes. Het natuurschoon met hoogteverschillen en watervallen. Zo dichtbij en toch zo anders dan Nederland.
We hebben al heel wat voetstappen staan bij het Signal de Botrange. Een opvallende plek bij de Hautes Fagnes, het grote hoogveen gebied tegen de Duitse grens.
Het is tevens het hoogste punt van België, 694 meter. In 1804 plaatste een Franse kolonel een torentje om er landmetingen te verrichten. In die tijd was eigenlijk Baraque Michel het hoogste punt, enkele kilometers noordwaarts. Deze streek is vaak gewisseld wat betreft nationaliteit. Dan was het gebied Duits en even later weer Belgisch. Koning Albert 1 besloot een eind aan de twijfel te maken door er een plek te maken met een trap. Boven was men precies op 700m. Je moet je maar ergens druk om maken.
Boven gekomen op deze trap, sta je dus op 700 meter.
Tegenwoordig is het wat meer begroeid. Er naast is de ingang tot een groot wandelgebied, in de winter ligt hier vaak veel sneeuw en kan men er langlaufen.
Het is een schitterend wandelgebied. De houten paden voeren je over het veengebied. Het is erg gevaarlijk om naast de paden te lopen. Er zijn in het verleden al veel mensen verdwenen in dit mysterieuze gebied.
Ongeveer 22 kilometer van Botrange ligt in het bos bij Mürringen de Weisse Stein. Volgens metingen van Google maps is dit echter het hoogste punt. Maar de NGI het Nationaal Geografiesch Instituut heeft nieuwe metingen gedaan en wijst toch Botrange aan als hoogste punt.

Slechts enkele honderden meters verder naar het zuiden ligt de officiële ingang van het Botrange Naturpark. Vandaar lopen ook veel routes de bossen in, zoals naar de waterval van de Bayehon. Binnen in het centrum is een restaurantje, een mooi kaarten en boeken winkeltje. Ook een expositie over de flora en fauna.
Heb je in het besneeuwde winterlandschap gewandeld en ben je koud geworden, dan kun je met een drankje rond de open haard gaan zitten en lekker nagloeien.
En zo ziet het Signal de Botrange er uit als je over de weg nadert. De toren gaf vaak een signaal uit als er mensen verdwenen waren in dit gebied. Tegenwoordig kan dat ook met de mobiele telefoon.
Het is een markante plek.



dinsdag 21 maart 2017

Ierland (slot).

Onze trip door Ierland is hier al eerder beschreven en nu dan het laatste deel.
Vanuit Killarney is het ruim 300 km naar Dublin. We gaan vroeg op pad en rijden in een vrijwel rechte lijn door het zuidelijke deel van Ierland. Wisselende landschappen en heel mooi is het deel door de Wicklow mountains. Het is niet zo heel makkelijk, met een huurauto, links rijden en dan zoeken naar het geboekte hotel. Central Hotel hadden we uitgezocht. Volgens de naam moest het centraal liggen. Dat was ook zo. Het kostte even wat tijd, maar achteraf kwamen we vrij snel bij het hotel aan. Het bleek een goede keus. Niet duur en voor ons als kampeerders genoeg luxe. We zijn snel tevreden en uiteindelijk slaap je er alleen maar. De ligging was ook echt wel centraal. Vlak bij Grafton street, de winkelstraat van Dublin. Trinity College, de universiteit en een heel mooi gebouw, was dichtbij. Het mooie park St Stephens Green was ook niet ver, aan het eind van Grafton street loop je er zo in. We bleven twee dagen en dan moet je heel wat lopen natuurlijk. 's Avonds naar Temple bar. Waar het heel gezellig is met veel pubs en restaurantjes. Alles op loopafstand. Dublin is echt de moeite waard en we hebben best veel gezien in die twee dagen.
We hebben staan kijken naar de traag stromende river Liffey. Op de Halfpenny bridge. Er was heel vroeger een veerpontje om de mensen over de rivier te brengen. Daar werd tol voor gevraagd. Een halve penny. Later kwam deze mooie brug en die heet nog steeds Halfpenny bridge.
Stappen in de uitgaanswijk van Dublin. Temple bar. Deze pub heeft zelfs de naam Temple Bar. Gezellig daar.
Winkelen in Grafton street.
Het mooie park St Stephens Green.
Ons hotel, centraal gelegen.

We staan de derde dag vroeg aan het goed ontbijt in het hotel. Bacon, gebakken ei en toast. Lekker.
We gaan naar de luchthaven van Dublin. Dat is niet zo heel moeilijk. We leveren de huurauto schadevrij weer in en in de mooie pub Dublin Airport drinken we nog wat. Hanni probeert nog een keer een half pint Guinness. Na een paar slokken zet ze hem bij mij neer en ik mag dus nog wat extra Guinness drinken. Het was een fijne week daar in Ierland. Sweet memories.





Ierland.

Ik had al eerder verteld dat we een week door Ierland zijn gereisd. Dat eerste verhaal ging over de aankomst en ons verblijf in Galway. We trekken daarna verder langs de westkust. Tegenwoordig wordt dat aangeprezen als de Wild Atlantic Way. We waren een soort voorlopers. We zakken langs de kust af naar het zuiden en zien veel mooie dingen. Ik vond dat Hanni zeker de Cliffs of Moher moest zien/beleven.
Dat hebben we dus gedaan en het was weer indrukwekkend.
We hadden mooi weer en dus was het zicht goed. We snuffelen even in het Visitors centre. Dat biedt niets bijzonders, maar het uitzicht is schitterend. Mooie routes langs ( voor mij) bekende plaatsen. Het doel is de Dingle Peninsula. Ik heb veel gelezen over de Blasket Islands en ook die kennis en sfeer wil ik met Hanni delen. Het is en blijft een schokkend verhaal. Dat vertel ik een andere keer.
We bezoeken het Blasket Islands Centre. Waar heel veel over de historie van de eilanden is te zien. Op de foto is te zien, dat je vanuit het centrum vrijwel altijd uitzicht hebt op de eilanden.
Vanaf het "vaste land"-Ierland is zelf ook een eiland- kun je eindeloos staren naar de eilanden. Op de foto is het Great Blasket Island te zien en rechts nog een stuk van het eiland Beginish.
Voor mij was het de tweede of derde keer, maar het blijft mooi.
Via de Slea Head Drive, de route langs de kust van Schiereiland Dingle, rijden we naar het stadje Dingle.
We komen langs de beroemde Beehives. Middeleeuwse stenen huisjes waar echt mensen hebben gewoond.
De Slea Head Drive is schitterend met constant adembenemende uitzichten.
Onderweg naar Dingle. Je moet geen haast hebben. Deze schapen trekken zich er niets van aan dat je haast hebt. Het is ook beter voor het genieten als je rustig aan doet.
Dingle is toeristisch, natuurlijk, maar ook erg gezellig met leuke pubs en goede overnachtingsmogelijkheden. We hebben er een leuke avond gehad. Hanni kan maar niet aan Guinness wennen.
We rijden de volgende dag verder en we komen na een rustige rit aan in Killarney. Het was maar een kleine 80 kilometer. Hier kunnen we dan iets meer tijd besteden, voordat we naar Dublin gaan. Killarney is ook weer zo'n typisch Iers stadje. Het is jammer dat het allemaal zo commercieel wordt. Toch leuk om er een middag en een avond rond te kijken. Natuurlijk weer live muziek in de pubs.
Killarney ligt dus in het zuidwesten van Ierland. Het klimaat is hier duidelijk anders dan in de rest van het land. Door een warme golfstroom is het er wat droger en er groeien zelfs palmbomen. Niet op een grote schaal, maar toch....
Vanuit Killarney gaan we naar onze laatste stop in Ierland. De hoofdstad Dublin.








maandag 20 maart 2017

Zuid-Limburg.

Twee maal zijn we een weekje in Zuid-Limburg geweest. Prachtig stukje Nederland en gezellig.
We hebben daar beide keren een vakwerk huisje gehuurd, bij camping de Rozenhof. De doorgaande weg van Camerig naar Vaals trekt een streep door de camping. Aan de ene kant de camping met restaurant en 100m verder aan de andere kant een soort
mini-dorpje met deze huisjes voor de verhuur. Mooi plekje dus, vlak bij Vaals, maar ook bij Maastricht. Aachen en België zijn ook vlakbij. We komen er graag en die twee keer hebben we ons heel goed vermaakt. Op de bovenste foto is te zien dat Hanni zich meteen op haar gemak voelde.
Het huisje wat wij hadden gehuurd.

Het is een klein dorpje op zichzelf. Klein eindje lopen en je bent bij de camping, met een prima restaurant en een kleine winkel waar 's morgens vers brood te koop is.
We hebben enkele tochten gemaakt in de omgeving. Natuurlijk een dagje Maastricht en ook een dagje Aachen. Foto hierboven een kijkje in de mooie én gezellige stad Aachen.
We bezochten o.a. de prachtige Dom van Aachen.
Het oude Vennbahn station van Raeren in België. Wandelen en vooral ook lekker eten.
We denken vooral met een goed gevoel terug aan deze weekjes.